zondag 6 september 2009

Aan de opstandelingen

Op donderdag 28 augustus vond er in de gevangenis van Sint-Gillis een opstand plaats. Tijdens de wandeling begonnen enkele gevangenen een muur af te breken, kleine barricades op te werpen en zich te wapenen met stenen en ijzere staven. Ze konden ook de sleutels afnemen van één van de cipiers. Meteen werd de politie gewaarschuwd, die snel ter plaatse kwam met flikken uit verschillende Brusselse korpsen. Zij vielen de gevangenis binnen en vielen de opstandige gevangenen aan met behulp van traangas, knuppels en honden.

Onderstaand pamflet werd geschreven aan de muiters en spreekt ook over de rellen die er vorige week zijn geweest tussen ‘jongeren’ en politie in Molenbeek en Anderlecht. Het pamflet werd afgelopen dinsdag uitgedeeld aan bezoekers aan de gevangenis van Sint-Gillis. Even later werd het ook in de vorm van pijltjes door midddel van buizen over de muren geblazen van de gevangenis van Sint-Gillis en Vorst. Vandaag werd hetzelfde pamflet in tennisballen nog eens over de muren van de gevangenis van Sint-Gillis gelanceerd.

AAN DE OPSTANDELINGEN

Dit bericht is gericht aan diegenen die afgelopen vrijdag de normale gang van zaken in de gevangenis van Sint-Gillis grondig hebben verstoord door in opstand te komen tegen de directie en cipiers van deze kerkers.
We zijn geen politieke partij en willen geen stemmen ronselen. We weten niet wie jullie zijn of wat jullie willen en gaan ook niet doen alsof. We kunnen dus enkel praten over daden, en over wat wij willen.


We schrijven dit bericht om te schetsen wat door ons heen gaat wanneer we horen dat gevangenen de gevangenis, haar infrastructuur en haar handlangers te lijf gaan. We voelen ons verbonden met de gebeurtenissen omdat we tegen de gevangenis zijn, en tegen de samenleving die haar voortbestaan garandeert.

Want de gevangenis is er niet zomaar. Het is een product van een dagelijkse realiteit van onderdrukking. Deze onderdrukking wordt onder andere veroorzaakt en in stand gehouden door de Staat die een boegbeeld is van georganiseerde controle. De Staat zal altijd een obstakel zijn waardoor we niet vrij kunnen zijn. Maar wij en iedereen staan hier niet buiten. De Staat vindt haar bevestiging en goedkeuring in de manier waarop mensen met elkaar omgaan en in bepaalde keuzes die ze maken. De flik op straat, zowel als de baas op het werk, als de cipier, als de man die z’n partner slaat, als de moeder die z’n kroost behandelt als gevangene, als de sociaal assistent die ons wil helpen deze rotte samenleving te aanvaarden, steunt, door de keuze deze rol te spelen, de onderdrukking. Deze keuzes vormen de bouwstenen van de onderdrukking en opsluiting. Als we er niet in slagen deze keuzes aan te vallen, en er zelf andere te maken, zullen de gevangenissen nooit onherroepelijk met de grond gelijk gemaakt kunnen worden.

We juichen, en worden gesterkt in ons brandend verlangen naar iets totaal anders, wanneer onderhandelingen stoppen, wanneer de rollen aangevallen worden, en de mensen erachter geconfronteerd worden met de gevolgen van hun keuzes.

Op dezelfde dag dat jullie de gevangenis op stelten hebben gezet botste het hevig tussen “jongeren” en politie in Molenbeek. Op de dagen voordien kreeg de politie in Anderlecht het ook al meerdere malen te verduren. Over de aanleiding van de onrust wordt weinig gesproken. Wel is duidelijk dat enkele botsingen volgden nadat de politie een identiteitscontrole wou uitvoeren en dat enkele andere botsingen duidelijk waren voorbereid. Zo werd de politie meermaals opgebeld vooreen interventie en wachtten hen bij aankomst olie op de weg, stenen en molotovcocktails.

Je kan je afvragen wat al deze gebeurtenissen nu met elkaar te maken hebben. Ook hier interesseert het ons niet om grootse theorieën op te zetten over wie de rellers nu eigenlijk zijn of welke verlangens ze hebben, we zijn geen politiekers, noch sociale assistenten of sociologen.
Ook wij zijn woedend, en we willen deze woede ten volle richten tegen diegenen die de miserie in deze wereld mee in stand houden. En daarom staan we aan de kant van de rebellen wanneer ze hun woedelos laten op verdedigers van de orde en hun infrastructuren.

En zo’n momenten bestaan trouwens niet alleen wanneer mensen de handen in elkaar slaan om terug te vechten. Ze bestaan even goed in de weigering van een identiteitscontrole, in een simpele ‘nee’ tegen een cipier, in de kleine sabotage op het werk. In elke weigering van het
rollenspel.

LAAT ONS AL DEZE MOMENTEN GEBRUIKEN OM KRACHT UIT TE PUTTEN EN VERDER TE GAAN. LAAT HET ONS HELPEN WAT RUIMTE TE CREEËREN ZODAT WE KUNNEN ADEMEN, DE JUISTE VRAGEN KUNNEN BLIJVEN STELLEN EN ... KEUZES KUNNEN MAKEN!

LEVE DE REVOLTE,
INDIVIDUEEL EN COLLECTIEF,
WANNEER WE ONZE WAARDIGHEID TERUGNEMEN,
WAARBIJ DE BOEL ONTPLOFT!