zondag 22 maart 2009

Een bal die met volle kracht terugkaatst...

Over het nieuwe isolatiekwartier in Brugge

De tekst hieronder werd geschreven naar aanleiding van een proceszitting rond de detentieomstandigheden van Farid Bamouhammad. Farid werd deze zomer overgeplaatst naar het isolatiekwartier van Brugge, en dat gebeurde niet willekeurig. De Belgische Staat bouwde het isolatiekwartier namelijk voor gevangenen "met vergevorderde gedragsproblemen". En wat het spektakel gedragsproblemen noemt, is in realiteit een voortdurend conflict met de gevangenis; een conflict dat uiting vindt tegenover haar cipiers en haar infrastructuur.

Farid bracht reeds 25 jaar door in verschillende Belgische gevangenissen, waarvan een groot deel in isolatie. Onlangs verscheen een boek van zijn hand waarin hij de detentieomstandigheden in verscheidene gevangenissen aanklaagt. In het voorjaar 2008 bereikte de folter en de isolatie die hij in Lantin beleefde een hoogtepunt. In juni tikte de Staat zichzelf op de vingers en een rechter verwoordde dat de folter in Lantin moest stoppen en dat hij naar een middelgrote gevangenis moest overgeplaatst worden. Na een kort verblijf in de gevangenis van Leuven om de gemoederen te bedaren, werd hij dan toch maar naar de kerkers van Brugge overgeplaatst.

Op maandag 9 februari vond in Luik het proces in beroep plaatst tegen die beslissing. De uitspraak volgt op 10 maart. Farid werd onder begeleiding van een aantal gemaskerde en zwaarbewapende politiemannen van de anti-oproereenheid COBRA voorgeleid en nam kort het woord. Hij sprak over de waanzin van de detentieomstandigheden in het isolatiekwartier en sloot af met een "dit kan niet meer gaan om een verbetering, dit moet gewoon stoppen".

Midden maart werd Farid overgeplaatst naar de gevangenis van Namen. De cipiers zijn tot op vandaag nog steeds in staking tegen zijn komst.


"In de Middeleeuwen gooiden ze mensen zoals ik in een vergeetput. Nu gebeurt hetzelfde, alleen kom je niet om van honger en dorst. Ik voel me als in een lab waar men eens wil testen hoe ver men kan gaan."
- Ashraf Sekkaki vanuit het isolatiekwartier in Brugge, november 2008


"Dit alles en ook deze plek die je verstart, die je uitput en die je kapot maakt, zorgden ervoor dat ik me afzonderde met berouw, vol misnoegen. Deze plek die lijkt op een concentratiekamp, een verbeteringsgesticht of een laboratorium waar ik als proefkonijn dien. Maar ik ben er weer bovenop gekomen en ik blijf zo goed en slecht als ik kan stoïcijns, onverstoorbaar tegenover dit snijdend, onderdrukkend, rechteloos systeem. Ik blijf en ik ben zoals een riet dat zich soms doorbuigt uit wanhoop maar dat zich aanstonds opnieuw opricht."
- Farid Bamouhammad vanuit het isolatiekwartier in Brugge, januari 2008


De gevangenis is niets anders dan de weerspiegeling van de samenleving waarin we leven. Een samenleving die lijkt op een grote gevangenis waar het merendeel van de mensen opgesloten zitten in de noodzaak om geld te vinden, in het ontbreken van een perspectief in het leven, in rollen zoals bijvoorbeeld "huisvrouw" die de heersende waarden hen hebben toegekend. Net zoals in de straat zijn er in de gevangenissen, de psychiatrische asielen, de gesloten centra mensen die zich niet berusten, die een zekere smaak naar vrijheid, naar een beter leven niet begraven, omdat een rechter dat opgelegd heeft. Mensen die, dagelijks, de vernedering weigeren om te gehoorzamen aan cipiers en chefs. Voor wie de muren en de prikkeldraad van de gevangenis nog niet gegrifd staan in hun hersenen en die ze, daarentegen eerder beschouwen als obstakels die overbrugd moeten worden. Want de straf die de samenleving hen gaf, via haar rechters, is alleen maar een weerspiegeling van een wereld dat op de macht van het geld en op de gehoorzaamheid gebaseerd is.


Sinds drie jaar woedt een kleine storm van revolte door tientallen gevangenissen en gesloten centra van België. Door in opstand te komen, gevangenisinfrastructuur in brand te steken, cipiers aan te vallen, te ontsnappen, hebben een aantal gevangenen teruggevonden wat het systeem hen definitief tracht te ontnemen: moed, een verlangen naar vrijheid, een stoutmoedigheid die ervan droomt om komaf te maken met tenminste een deel van de rotzooi die deze maatschappij voortbrengt.


De Staat gaat zeven nieuwe gevangenissen bouwen om ook deze woede te bedwingen en om nog meer mensen op te sluiten die, met de uitbuitingsomstandigheden die alsmaar scherper worden, de wetten van de machtigen en de rijken niet meer zouden aanvaarden. En voor de weerspannige gevangenen opende de Staat reeds twee isolatiekwartieren in de gevangenis van Brugge en Lantin, echte gevangenissen binnen de gevangenissen, kooien van witte folter, om komaf te maken met diegenen wiens hart hen eerder brengt tot revolte dan tot berusting?


Deze modules bestaan uit tien cellen die lijken op koelkamers waar de gevangenen 23u op 24 opgesloten zitten. In een kooi van enkele vierkante meters worden ze één keer per dag "gelucht". In de cellen is bijna niets toegelaten van materiaal. Een speciale en tijdelijke goedkeuring is nodig om bijvoorbeeld een balpen te mogen gebruiken. ‘s Nachts wordt het licht regelmatig aangestoken. De cellen zelf zijn geluidloos. Deze plekken lijken op moratoria waar de Staat in alle stilte komaf wil maken met diegenen die de goede loop van zaken binnen de opsluitingsmachine waar mensen gebroken worden verstoren.


In de loop van de laatste maanden revolteerden de gevangenen die op dit moment opgesloten zijn in deze kooien verschillende keren door het weinige dat zich bevindt in de cel (de lampen bijvoorbeeld) stuk te maken. De cipiers riepen er telkens de anti-oproereenheid van de federale politie bij die zich permanent nabij de gevangenis bevinden. Ze komen dan met matrakken, schilden, pepperspray en honden om de rebelse geest te bedwingen. Deze daden van revolte tonen opnieuw dat er zelfs in de meest onderdrukkende situatie, mensen zijn die weigeren om in te schikken, om zichzelf te verloochenen, te plooien naar de verachtelijke autoriteit.


Met deze cellen te bouwen poogt de Staat elke kritiek in woorden en daden van het gevangenissysteem weg te vegen en door middel van witte folter elk individu te breken die de moeilijke weg kiest om het hoofd rechtop te houden, eerder dan zich te verschuilen achter de massa, denkende zo de zweepslagen van de repressie en de onderdrukking in te perken. Om die dodelijke plannen in de weg te staan moeten we de kritiek van de gevangenis en van de wereld die haar nodig heeft versterken. De kritiek van de gevangenis wordt tastbaar wanneer ze in staat is om te verduidelijken waarin ze bestaat en wie meewerkt aan haar verloop. In die zin zullen we niet vergeten dat Hans Meurisse, algemeen directeur van het gevangeniswezen beslist wie in die isolatiekwartieren wordt opgesloten. We zullen niet vergeten dat directeurs Jurgen van Poecke, Sybille Haesebrouck en Ronny Vandecandelaere de gevangenis en de hoog beveiligde sectie van Brugge beheren. We zullen de cipiers niet vergeten die het vuile werk doen om deze helse machine te doen draaien en die fier zijn op hun uniformen. We zullen de rechters niet vergeten en de hele magistratuur die de opsluiting van duizenden personen oplegt. We zullen niet vergeten wie vette winst maakt door mee te werken aan de bouw en het beheer van de gevangenissen. Want het vergeten is de voorbode van de onderwerping.


Enkele minnaars van de vrijheid

februari 2009

"Wat men vergeet is dat het uithoudingsvermogen van een mens niet onuitputtelijk is. Men zou wel eens in een pijnlijke situatie kunnen komen. Een bal die je onder water probeert te houden, komt met volle kracht terug naar boven."
- Ashraf Sekkaki, november 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten